Empanadas

ingre­diën­ten voor 

• 500 g aard­ap­pelen (elke soort), geschild en grof gesneden
• 120g aard­ap­pel­zet­meel, meer indi­en nodig

Voor de vulling: 

• 1 mid­del­gro­te, fijn­ges­ne­den ui
• 60 g fijn­ge­hak­te rode, gele of oran­je paprika’s
• 30 g fijn­ges­ne­den tomaat
• 30 g gekook­te zwar­te bonen (optio­neel)
• 1/2 thee­l­e­pel gema­len komijn
• 1/2 thee­l­e­pel Papri­ka poeder
• 1/2 thee­l­e­pel Kno­flook poeder
• 1/4 thee­l­e­pel Chip­ot­le-poe­der
• 1 eetl fijn­ge­hak­te ver­se koriander
• 1 thee­l­e­pel vers geperst limoensap

Voor­be­rei­ding:

Stoom de aard­ap­pelen in een pan met een stoo­min­zet tot ze gaar zijn, 20 tot 25 minu­ten. Pure­er met een aard­ap­pel­stam­per of aard­ap­pel­pers. Voeg het aard­ap­pel­zet­meel toe en kne­ed tot je een zacht, niet plak­ke­rig deeg hebt. Voeg indi­en nodig meer zet­meel toe.
Ter­wi­jl de aard­ap­pelen sto­men, bereidt u de vul­ling voor. 

Pla­ats hier­vo­or een kera­mi­sche pan met antia­an­bak­laag op mid­del­hoog vuur. Voeg de uien toe en kook tot ze zacht zijn, 3 tot 5 minu­ten. Voeg papri­ka, toma­ten, zwar­te bonen (indi­en gebruikt), komi­jn, papri­ka­poe­der, kno­flook­poe­der en chip­otle­poe­der toe. Kook nog 5 tot 8 minu­ten tot de papri­ka en bonen gaar zijn. Roer de kori­an­der en het limoen­sap erdoor. Haal van het vuur en zet opzij.
Ver­warm de oven voor op 200°C en bekleed een gro­te bak­pla­at met bakpapier.

Bestrooi voor de empa­na­das een werk­blad rijke­li­jk met aard­ap­pel­zet­meel en rol het deeg uit tot een dik­te van onge­ve­er 0,6 cm. Knip cir­kels uit met een dia­me­ter van onge­ve­er 5 cm. Pla­ats elke cir­kel afzon­der­li­jk op de voor­be­reide bak­pla­at en pla­ats 1 tot 2 eetle­pels vul­ling op het deeg. Vouw nu voor­zich­tig één kant van het deeg over de vul­ling en sluit de empa­na­da door de ran­den voor­zich­tig met een vork tegen elka­ar te druk­ken. Kni­jp het deeg samen als er scheu­ren in zit­ten. Her­haal het pro­ces met het res­teren­de deeg en de vul­ling.
Bak de empa­na­das gedu­ren­de 25 tot 30 minu­ten, tot ze aan de boven­kant bru­in zijn. Laat 5 minu­ten afkoelen voor­dat u het serveert.

Eet sma­ke­li­jk!

Bron: Genees je her­senen, het prak­ti­sche programma

Foto’s: Maar­ja Urb