Ingrediënten voor 16 koekjes:
- 2 eetlepels gemalen lijnzaad
- 70g appelmoes
- 60g Kokosbloesemsuiker
- 1/2 theelepel vanille poeder of alcoholvrij vanille-extract
- 60g gesmolten kokosolie
- 120g glutenvrij havermeel (of gemalen, glutenvrije havervlokken)
- 70g bruine rijstmeel
- 3 eetl Tapiocazetmeel
Voor de vulling:
- 100 gram rauw Walnoten
- 60g Rozijnen
- 40g Kokosbloesemsuiker
- 1 theelepel gemalen kaneel
- 1 theelepel Johannesbrood poeder
- 2 eetlepels water
Voorbereiding:
Meng voor het koekjesdeeg gemalen lijnzaad, appelmoes, kokosbloesemsuiker, vanille en kokosolie in een kom. Klop tot het deeg mooi egaal is.
Meng het havermeel, bruine rijstmeel en tapiocameel in een andere kom. Voeg nu de natte ingrediënten toe aan de droge en roer tot er een uniform, zacht deeg ontstaat. Verdeel het deeg in tweeën en vorm er schijven van. Wikkel het in plasticfolie of bakpapier en plaats het 30 minuten in de koelkast.
Doe alle ingrediënten voor de vulling in een keukenmachine en mix tot er een uniform, kruimelig mengsel ontstaat.
Verwarm de oven voor op 180 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Haal een schijfje deeg uit de koelkast. Rol het deeg tussen twee vellen bakpapier uit tot een cirkel van ongeveer 1/8 inch dik. Verdeel de helft van de vulling in een gelijkmatige laag over het deeg.
Snijd het deeg met een pizzasnijder of scherp mes in acht gelijke partjes. Rol elk stuk op, beginnend met de brede rand en eindigend met de punt. Als het deeg erg zacht wordt, plaats het dan nog een paar minuten in de vriezer.
Plaats de koekjes op de voorbereide bakplaat en herhaal het proces met het resterende deeg – je zou uiteindelijk 16 rugelach moeten krijgen.
Bak de koekjes gedurende 14–18 minuten, tot ze lichtbruin zijn. Ze zullen steviger worden als ze afkoelen. Laat de koekjes kort afkoelen op de bakplaat, leg ze vervolgens op een rooster en laat ze volledig afkoelen. Het is het beste om ze in een luchtdichte verpakking op kamertemperatuur te bewaren totdat ze nodig zijn.
Geniet van hen!
Foto’s: Maarja Urb